top of page
Foto van schrijverWandelMeeMetMij

Battlefield Hikes 04 Belgian War 14-18

 27,40km ─ ↑↓ 499m

Percentage verhard: 55%

Startplaats: Begraafplaats Rue du Fort, Évegnée

Aankomst: Piscine d’Embourg

Vervoer: Wagen

Hike: Liesbeth N., Kelly E. en Wandel Mee Met Mij


De tijd is weer aangebroken om verder te gaan wandelen langs de fronten van de Eerste Wereldoorlog. De volgende Battlefield Hike dient zich aan en dit in het zuiden van Liège. De opkomst is mager maar ik mag wederom twee mensen leren kennen vandaag. Ik ben al vroeg uit de veren en maak me klaar om met mijn stalen ros richting Embourg te pruttelen. Na twee uur en twintig minuten kom ik aan op de parking van het plaatselijke zwembad. Daar staan de twee nieuwe gezichten me al op te wachten. Na een korte kennismaking stappen ze bij me in de wagen en zetten we koers naar Évegnée. Onderweg leren we elkaar nog wat beter kennen om zo met een goede basis aan de tocht te kunnen beginnen. We parkeren aan de begraafplaats langs Rue du Fort en nemen onze rugzakken op de rug, lets go!


Via Chemin du Gibet starten we onze historische tocht langs de veldslagen rond Liège. Aan Croix du Gibet slaan we rechts af. Onderweg naar de verrassing die ik in petto heb voor de dames komen we straatnamen tegen zoals Rue Militaire, Rue Campagne en Rue du Fort. Allemaal straatnamen gegeven aan oude wegen die de oorlog van dichtbij gezien hebben en vooral om deze gebeurtenissen in leven te houden. Aan Rue du Fort zien we de verrassing al opdoemen, we zien de terril van Hasard die boven Retinne uittorent. Wanneer we het pad zien dat ons naar boven moet begeleiden, zakt de moed ons even in de schoenen. Toch gaan we ervoor, traag maar gestaag bedwingen we de reus van Retinne. Op driehonderdvijvenvijftig meter boven de zeespiegel krijgen we onze beloning, een magistraal uitzicht over Liège en over de veldslagen rond Liège. Ik vertel de dames dat wanneer je naar het noorden kijkt je Retinne kan zien liggen en dat daar een grote veldslag heeft plaatsgevonden. We genieten nog even van het uitzicht en daarna beginnen we aan de moeilijke afdaling. Eenmaal beneden, zonder al te veel schermutselingen, gaan we verder op pad.


“Tussen 1511 en 1811 werd steenkool geëxploiteerd door voormalige mijnmeesters. Er werden meerdere kleine ondiepe schachten gegraven op grondgebied van Barchon, Cheratte en Saive. De eerste stoommachine werd er in 1827 geïnstalleerd. Omdat men nog niet nagedacht had over afvoer van water werden de kleine schachten gesloten. Vanaf 1828 werden er acht galerijen gegraven om water te kunnen afvoeren. Hierdoor kon men op een lagere diepte zoeken naar steenkool. Terril du Hasard is een herinnering aan de succesvolle periode die de steenkoolwinning kende in de jaren vijftig van de twintigste eeuw. De terril is met zijn zesennegentig meter hoogte en driehonderdvijvenvijftig meter hoogte boven de zeespiegel de hoogste mijnterril in de Pays de Herve. In 1977 werd de mijnbouw in Liège stopgezet door de aanhoudende dodelijke ongevallen.”


We wandelen het centrum van Retinne binnen en ik moet toegeven dat mijn hart sneller begint te kloppen. We komen enkele mooie burger- en herenhuizen tegen. Liesbeth vertelt ons een verhaal van een oude dame, afkomstig uit het Brusselse, die ze als verpleegkundige verzorgde. De dame was eigenares van een prachtig herenhuis en het brengt Liesbeth duidelijk tot ontroering. We komen aan bij het epicentrum van Retinne, Place du Marché, waar we naar een kruisbeeld kijken. Het kruisbeeld, Christ à deux faces, blijkt ouder te zijn dan de Eerste Wereldoorlog. Iets verder komen we aan het oorlogsmonument van Retinne, een prachtige zuil met een rouwende vrouw, de namen van gesneuvelde soldaten en de namen van burgerslachtoffers uit beide Wereldoorlogen. Voor we verder gaan langs de uitgestippelde route neem ik de dames mee naar la Redoute 25 dat tussen Rue Tempiet en Rue Miermont in ligt. Wanneer we ter plaatse komen, ben ik bijna in een euforisch. De meer dan honderd jaar oude omheining is er nog steeds terug te vinden. Ik haal mijn geplastificeerde kaarten naar boven en vertel de dames het hele verhaal over la Redoute 25. Ze luisteren verbijsterd naar verhalen over de gruwel die hier plaatsvond. Na de uiteenzetting over de veldslag bij Retinne zetten we onze tocht verder en komen we straatnamen tegen zoals Rue Surfossé, Rue du Six Août, Rue Campagne de Bellaire en Rue de Liéry.


“De slag bij Retinne was een onderdeel van de Slag om Luik waaraan Generalquartiermeister Erich Ludendorff deelnam. De veldslag vond plaats in de nacht van 5 en 6 augustus 1914. Ondanks de felle verdediging bij Retinne en Liéry, was het de Duitse veertiende brigade die de fortengordel rond Liège binnendrong. La Redoute 24 en 25, gelegen in Retinne, moesten de doorgang tussen de forten van Évegnée en Fléron verdedigen. La Redoute 25 werd bezet door soldaten van de derde compagnie van het derde bataljon van het veertiende Linieregiment en de derde compagnie van het derde bataljon van het vierendertigste Linieregiment. Zij lagen onder bevel van kolonel Jean Simonis en kapitein Jules Bocart. La Redoute 24 en 25 werd met elkaar verbonden door lange loopgraven. Daarnaast werd La Redoute 25 tevens verbonden met Rue Surfosée door diezelfde lange loopgraven. Rue Surfosée was immers niet zichtbaar vanaf Redoute 25 door de huizen die er stonden. In de loop van middernacht bereikte het geluid van de gevechten bij Micheroux de Belgische troepen. Kolonel Simonis en kapitein Brocart circuleerden onder de troepen en gaven instructies om niet te vuren totdat de Duitse soldaten zichtbaar waren. De vierendertigste infanteriebrigade onder leiding van generaal Ludendorff kwam dichterbij. Door het slechte weer vergiste generaal Ludendorff zich en stond hij plots met zijn brigade tegenover la Redoute 25. Er brak een gevecht uit en de Duitse zijde moest het onderspit delven met grote verliezen tot gevolg.Aan de andere kant van Rue Surfosée trachtte de tweede compagnie van het derder bataljon van de vierendertigste infanteriebrigade onder leiding van generaal-majoor Von Wussow de rand van Queue-de-Bois te bereiken maar dit liep faliekant af voor generaal-majoor Von Wussow. De weg naar Lièry, nu Rue de Six Août, die generaal-majoor Von Wussow volgde, werd bewaakt door een artillerie eenheid onder leiding van kolonel Colot en kolonel De Hontheim. De Belgische artillerie eenheid sloeg de aanval van generaal-majoor Von Wussow af. Generaal-majoor Von Wussow liet bij dit gevecht het leven door een scherf van een kartetsgranaat, beter gekend onder de naam shrapnelgranaat. Hij is de eerste Duitse generaal die het leven liet tijdens de Eerste Wereldoorlog. De Duitsers bliezen de aftocht, hergroepeerden en vielen daarna opnieuw aan. Ze omsingelden Redoute 25 maar de Belgen gaven zich niet over en gingen tot het einde door. De Duitse officieren van de vierendertigste infanteriebrigade hesen een witte vlag. Kolonel Simonis en de Duitse officieren kwamen tot een compromis en de Belgen kregen een kwartier om te vluchten naar een nabijgelegen fort. Deze compromis draaide uit op een afslachting van de Belgen. Terwijl de Belgen evacueerden, werden ze in de rug aangevallen door Duitse mitrailleurs, alle gewonde Belgen werden afgevoerd richting Duitsland.Nadat Retinne veroverd werd door Ludendorf en zijn gevolg, werd la Redoute verbouwd tot een Duitse militaire begraafplaats. Hier lagen alle gesneuvelden van de slag bij Retinne waaronder generaal-majoor Von Wussow. Generaal-majoor Von Wussow kreeg na de overwinning op Liège zelfs een monument op de plaats waar hij sneuvelde. Het monument, op het laagste punt van Rue Six Août, werd na de oorlog afgebroken door de inwoners van Retinne. Ook de Duitse begraafplaats werd ontruimd en verhuisde naar de militaire begraafplaats van Vladslo in West-Vlaanderen. De inwoners van Retinne wilden in geen geval herinneringen aan Duitsers in hun dorp.”


Wanneer we langs Rue du Vélodrome wandelen, laat ik Liesbeth en Kelly weten dat hier achter de huizen aan de rechterkant la Redoute 24 moet gelegen hebben. We stappen nu via wijken richting de site waar ooit Fort de Fléron heeft gelegen. Het enige wat er nu nog over is van het fort is een park, enkele brokken beton en een monument ter nagedachtenis van de gesneuvelden in het fort. We stappen verder richting Romsée waar we mogen genieten van prachtige uitzichten over Liége. Wanneer we het gehucht Bouny binnenstappen, vinden we een informatiebord over de Dolmen du Diable. Ik vraag aan Liesbeth en Kelly of zij de Dolmen ergens zien en tijdens die vraag zie ik drie stenen op elkaar liggen. “Een vliegenzwam is groter”, gaat er door mijn gedachten ‘grinnik’. Ik zeg tegen Liesbeth: “Dit zou een ideaal plekje zijn voor een geocache.” Dat gezegd zijnde, kijk ik tussen de stenen. Ja hoor,er ligt een geocache die we samen als ‘gevonden’ loggen op de Geocaching-website. We stappen verder de heuvels in en de hoogtemeters beginnen dan ook aan te dikken. We naderen het fort van Chaudfontaine en volgen Rue du VIII Août, opnieuw een straat met een naam die verwijst naar de Grootte Oorlog. Even verder krijgen we opnieuw een mooi uitzicht over Liège en de Basilique Notre-Dame de Chèvremont. Aan het einde van de straat komen we uit aan de Belgische militaire begraafplaats van Chaudfontaine die we uiteraard een bezoek brengen. Aan enkele graven zie je schade uit de Tweede Wereldoorlog, op enkele bronzen plaquettes zitten namelijk kogelinslagen alsook in het oorlogsmonument. We sluiten met een gebroken hart het poortje van de begraafplaats en zetten onze weg verder richting het fort. We bezoeken het fort en wandelen rond op de binnenplaats. Overal zijn sporen van geweld terug te vinden zowel uit de Eerste als uit de Tweede Wereldoorlog. We verlaten het fort en wandelen om het fort heen, hier besef ik waarom de Duitsers per se via Retinne Liège wilden binnen dringen. Het fort ligt op een heuvelrug met aan de zuidkant steile hellingen en de rivier de Vesdre, voor een leger onbegaanbaar terrein.


“De Belgische militaire begraafplaats van Chaudfontaine is een voorbeeld van hoe Belgische militairen begraven werden na de gevechten van Liège in de augustusmaand van 1914. Na de gevechten in Liège blijven talloze gesneuvelden op het slagveld achter. Velen worden in veldgraven, gezamenlijke of gemeentelijke begraafplaatsen bijgezet. Een situatie die pas na de oorlog wordt herbekeken. De doden in en rond Liège worden niet op één grote centrale begraafplaats verzameld en de situatie daar verschilt dus van de methode die tijdens de oorlog op andere begraafplaatsen werd toegepast. De begraafplaats in Chaudfontaine is een zeer goed voorbeeld van deze aanpak. Slechts eenenzeventig gesneuvelden kregen hier een laatste rustplaats. De meesten onder hen kwamen om tijdens de explosie en de brand in het fort van Chaudfontaine. Deze explosie deed zich voor wanneer een Duitse granaat een kanonkoepel en het daar aanwezige kruit trof waardoor het fort in een heus hellevuur omgetoverd werd. De gewonden en overlevenden werden krijgsgevangen genomen en afgevoerd naar Duitsland. Diegenen die de vlammenzee en de Duitsers konden ontwijken, vluchtten naar Namen. Op de begraafplaats ligt ook een burger begraven die tijdens het Duitse schrikbewind van de augustusdagen van 1914 gefusilleerd werd. Uiteindelijk gaf het fort zich over in de namiddag van 13 augustus 1914.”


We dalen de steile helling af richting Chaud-Fontaine. Het zijn verraderlijke paden en al zeker wanneer er enkele mountainbikers rakelings passeren. We komen heelhuids beneden aan de Vesdre en gaan via ‘Parc de Hauster’ verder. Er zijn statige bomen te bewonderen waaronder een enorme Mammoetboom. Op de achtergrond krijgen we zicht op Chateau des Thermes, het toeristisch trekpaardje van Chaudfontaine. Helaas hebben we geen tijd voor een deugddoend bad dus zetten we onze tocht verder richting ‘Bois des Quatre Corneilles’. We krijgen een heuse beklimming onder de voeten geschoven en ook de knieën krijgen er van langs. We naderen het einde van onze wandeling en passeren enkele klinkende straatnamen zoals Rue de Bleurmont, Voie de Liège en Rue des Artilleurs tot we aan Fort d’Embourg komen. Rond het fort is een nieuw pad aangelegd en het lijkt er op dat ze het terrein van het fort nog steeds aan het opsmukken zijn. We wandelen rond het fort maar hier en daar laat de GPX me in de steek en stappen we enkele doodlopende paden in. Maar via Rue du Fort bereiken we toch de rand van Embourg. Langs Voie de l’Ardenne komen we een M41 tank tegen die ze ‘Petit Patton’ heten. We slaan Au Chession in en eindigen onze tocht aan het zwembad van Embourg.


“Het fort van Embourg ligt net als het fort van Chaudfontaine op een heuvelrug en kijkt uit op de valleien van de Ourthe en Vesdre. Ze controleert de weg van Liège naar Spa. De Duitsers brachten zware belegeringsartillerie mee met meer vuurkracht dan de forten konden weerstaan. Embourg werd vanaf 12 augustus 1914 omstreeks 1300 uur tot 13 augustus 1914 omsteeks 2000 uur bijna onafgebroken zwaar gebombardeerd met onder andere Dikke Bertha. Door de zware branden binnen de muren van het fort werd verstikkingsgevaar de grootste vijand van de Belgen. Het fort gaf zich iets na 2000 uur over aan de Duitsers net na de overgave van Fort de Pontisse en de vernietiging van Fort Chaudfontaine.”


Het was een prachtige wandeling samen met leergierige metgezellen. Dames, het was me een genoegen jullie te leren kennen en jullie iets bij te brengen over de Groote Oorlog. Tot een volgende keer!




Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


Post: Blog2_Post
bottom of page