top of page

Etappe05&06 GR131 Vladslo-Boezinge

↔35,73km ─ ↑↓ 36m

Percentage verhard: 60% verhard

Startplaats: Vladsloplein, Vladslo

Aankomst: Boezingebrug, Boezinge

Vervoer: Drop off / Pick up

Hike: Solo


Mijn vrouw is me nogmaals goed gezind en is bereid me af te zetten in Vladslo waar ik aan een dubbele etappe kan starten. De twee etappes die voorgesteld staan in de topo-gids zijn Vladslo-Knokkebrug en Knokkebrug-Boezinge. Ik voel me kiplekker, heb vandaag goede benen en waag het erop om de twee etappes op één dag te stappen.


Mijn vrouw zet me af aan de kerk van Vladslo waar ik even het kerkhof bezoek. Jullie weten ondertussen al dat ik enorm getriggerd word door geschiedenis. Op dit kerkhof is dan ook veel geschiedenis te rapen, zijnde omtrent de Eerste Wereldoorlog. Ik betuig daarom mijn respect aan de gevallen helden en vertrek op mijn tocht over de slagvelden rond Diksmuide.


“Tijdens de Eerste wereldoorlog was de menselijke tol erg zwaar voor het dorp Vladslo. De veldstenen gedenkkapel die in 1924 op het militaire ereperk van het kerkhof werd opgericht, herdenkt bijna veertig burgers en soldaten uit Vladslo die omkwamen tijdens de Eerste Wereldoorlog. De mementoplaten met namen en porseleinfoto's in de sobere kapelruimte brengen het collectieve verlies in herinnering. Een groot deel van de militairen die herdacht worden in de kapel, liggen begraven op het militaire ere perk. Oder meer de gebroeders Tryhou die een gemeenschappelijk grafmonument kregen. Daarnaast liggen op het militaire ere perk nog andere Belgische militairen begraven, alsook een RAF-piloot die in de Tweede Wereldoorlog neerstortte in Vladslo.”


Ik word de Mariastraat ingestuurd om vervolgens in de Broeken van Vladslo terecht te komen, de Bethoosterse Broeken. Ik kom er de eerste plaatselijke wandelaars tegen die hun hond even uitlaten. Ze waren immers met hun wagen een eind door de Broeken gereden, van wandelaar weinig sprake dus. De labrador was in haar nopjes, ze liep los, achja zolang ze flink zijn nietwaar. Ik stap de dijk van de Handzamevaart op en steek de Vladslostraat over naar de Boterdijk. Van hieruit krijg je een mooi zicht oven Esen, een dorp dat zwaar geleden heeft onder de twee Wereldoorlogen. Via de Boterdijk en langs de Handzamevaart word ik naar Diksmuide geleid met de kerk van Esen nog steeds in het zicht doch kleiner wordend. Ook vang ik een glimp op van de Ijzertoren, het monument der monumenten als het gaat over de wereldoorlogen.


“Op dinsdag 20 oktober 1914 daagden vanuit Vladslo en Werken duizenden Duitse soldaten op in Esen. Ze hadden als order nog diezelfde dag de IJzer te overschrijden. In Esen zelf ondervonden ze nauwelijks tegenstand maar vóór Diksmuide leden ze zware verliezen. De woeste Duitsers lieten alle remmen los op het dorp Esen. In amper een paar dagen tijd werden zo’n vijftig onschuldige burgers omgebracht. Duitsers beschuldigden boeren op de troepen te hebben geschoten en maakten hun met hun bajonet af. Gezinnen op de vlucht werden meedogenloos neergeschoten. Een jongen van 15 zag hoe een zelfverklaard executiepeloton vier van zijn vrienden neerschoot en hoe één ervan, nog levend, begraven werd. Op de grens tussen Esen en Diksmuide stuurden ze onschuldige burgers dwars over het front een zekere dood tegemoet.

Vanaf 24 oktober begonnen Duitse soldaten de doodsbange bevolking in de brouwerij Costenoble op te sluiten, bevreesd dat ze spioneerden voor het Belgisch leger. Vier weken lang zaten 460 mannen, vrouwen en kinderen in onmenselijke omstandigheden gevangen. Een relaas hiervan is duidelijk neergeschreven in het naslagwerk ‘Het Drama van Esen’.”


Ik blijf de Handzamevaart volgen tot ik in Diksmuide via de brug De Breyne Peellaertstraat het voormalige ‘Huis der Spaanse Kapiteins’, nu de Post, flankeer. Na ik het gebouw bewonderd heb, krijg ik het stadspark van Diksmuide voorgeschoteld. Een park met alles erop en eraan: water, groen en geschiedenis. De GR131 laat een mooi stukje geschiedenis links liggen maar daar steek ik een stokje voor natuurlijk. Ik bezoek het monument ter nagedachtenis van ‘Admiraal Ronarc’h et des fuseliers de Marins’. Wetende uit mijn geschiedenis boeken dat deze mannen de eerste klappen van de zweep hebben opgevangen voor de verdediging van Diksmuide. Van hieruit stap ik terug richting mijn te volgen route waar ik het monument van geneeskundige Thomas Montanus bezoek. In dit park ga je van het bloedvergieten uit de Eerste Wereldoorlog naar de Gouden Eeuw. Een attractie op zich voor een geschiedenis nerd.


Ik stap verder over de Grote Markt van Diksmuide, een pareltje kan je wel stellen. Iedere keer als ik mezelf hier neervlij, krijg ik een euforisch gevoel en dat is terecht. Ik mocht hier in het jaar 2017 mijn ja-woord geven aan mijn lieve vrouw en dat in het prachtige oude deel van het stadhuis. Iets verder kom ik een oude bekende tegen, geen persoon maar de Handzamevaart, die ik via de wallen volg tot aan de Ijzer. Ik stap de brug over via de Ijzerlaan waar de GR131 en GR130 samensmelten. Samen gaan we naar de monumenten der monumenten. Jammer genoeg heb ik geen tijd om dit prachtige museum te bezoeken dus profiteer ik van het uitzicht tijdens mijn kleine pauze.


“In de nacht van 15 op 16 maart 1946 werd door een explosieve aanslag de IJzertoren met de grond gelijk gemaakt. Na een eerste bomaanslag in juni 1945, was de toren voor de tweede keer in minder dan een jaar tijd het voorwerp van een aanslag met dynamiet. Bij de eerste aanslag bleef de schade relatief beperkt maar de ontploffing van 16 maart herleidde het monument tot een ruïne. De daders werden nooit gevonden. Wellicht wilden ze met hun aanslag op de IJzertoren een symbool van de collaboratie neerhalen. Leden van het linkse, het rechtse Verzet en het Belgische leger worden hier van verdacht maar de schuldigen zijn nooit gestraft.”


Na mijn korte pauze kom ik aan in de Ijzerboomgaard, hier loopt het even mis. De markeringen lopen niet volgens mijn topo-gids of GPX-bestand. Naar verluid geldt de regel: de fysieke markeringen zijn geldig. Ik volg dus de markeringen maar al gauw loopt het opnieuw mis omdat ik geen markeringen meer tegenkom. Ik besluit om terug te stappen en de oude route te volgen. Ondertussen laat ik weten aan Grote Routepaden dat er hier iets niet klopt en dat dit niet staat aangegeven op hun website. Later blijkt dat er een wijziging is doorgevoerd door de werken aan de ring rond Diksmuide en dat dit inderdaad nog niet is aangepast op de website.

Ik ben alleszins blijven verder stappen op de oude route die ik dan ook graag zie wederkeren in de toekomst. Ik passeer er de Vliegenierskapel die zich jammer genoeg in erbarmelijke staat bevindt.


“op 12 mei 1917, donderde de tweedekker van graaf Paul de Goussencourt en luitenant de Cubber uit de lucht tijdens een vuurgevecht boven Kaaskerke. Beiden waren op slag dood. De 25-jarige piloot, Goussencourt, was van adel en afkomstig van Henegouwen waar hij een opleiding burgerlijk ingenieur in de mijnbouw achter de rug had. Ter nagedachtenis van Goussencourt kochten zijn ouders het lapje grond waar hij neerstortte en bouwden er in 1923 de Vliegenierskapel. Via de vergrendelde deur zie je het altaar en een vernielde gedenkplaat voor de piloot. Persoonlijk vind ik het schandalig om zien dat dit erfgoed dat sinds 2009 als beschermd beschouwd wordt er zo erbarmelijk bij staat. Dit is onze geschiedenis, dit heeft ons gemaakt tot wat we nu zijn. Het kan nooit teveel gevraagd zijn om onze helden op een respectvolle manier te eren! Ik hoop dan ook uit de grond van mijn hart dat deze kapel gerestaureerd wordt door de stad Diksmuide.”


Ik kom aan in Sint-Jacobs-Kapelle waar een ijzeren Pelgrim me begroet, hier vervoegen ook de markeringen zich terug op mijn pad. Ik besluit mijn middagpauze aan de Sint-Jacobskerk te houden. Maar de pauze is van korte duur door de motards die hier voortdurend voorbij komen gereden met enorm veel herrie. Verder passeer ik Oudekapelle en Nieuwkapelle die me dan tot aan de Knokkebrug in Lo-Reninge brengen.


Nu gaat het verder door het prachtige natuurgebied De Blankaart met zijn enorme spaarbekken. Links van mijn pad bevindt zich een uitkijktoren en ik weet zowaar een Purperreiger en enkele Lepelaars te spotten. Ik wandel anderhalve kilometer langs het indrukwekkende spaarbekken dat een achthoek vormt waarvan ik er maar vier te zien krijg. Iets verder stuit ik op het Kanaal Ieper-Ijzer dat ik via een groene long mag volgen. Van een groene long gesproken, van bosmaaiers hebben ze hier duidelijk nog niet gehoord ‘grinnik’. De snelheid gaat er hier deftig uit maar ik kan dit soort ruige en ongerepte paadjes wel smaken. Behendig als ik ben, weet ik netels en distels te ontwijken en zelfs bramen ben ik te slim af. Tussen een paar bomen kan ik aan de overkant van het kanaal het monument spotten ter nagedachtenis van de gebroeders Van Raemdonck. Een robuust gedenkteken waar de Vlaamse Leeuw moedig hangt te wapperen.


“Edward en Frans Van Raemdonck waren Belgische broers, geboren in Temse, die tijdens de Eerste Wereldoorlog sneuvelden bij een nachtaanval op het Stampkot te Steenstrate. Zij waren toen beiden sergeant van de 6de Compagnie van het 24ste Linieregiment. Hun dood maakte hen in Vlaanderen tot een symbool van broederliefde. Op het bidprentje van de gebroeders stond het volgende; In een rit op de eerste lijn van den vijand hadden beiden zich allerprachtigst gedragen. Onder een ijselijk bombardement keerden de mannen terug, na volbrachte taak. Tot aan den IJzer kwam Edward en keek met zijn vlammende oogen rond... Doch zijn broeder niet ziende op de plaats der afspraak weigert hij over den IJzer te komen, en de reeds volbrachte heldenfeiten zal hij nu spontaan bekronen met zijne ideale broederliefde. Te midden het afgrijselijkste kanonvuur gaat hij op zoek naar zijn broeder... Wat is er toen gebeurd ? Achttien dagen nadien tusschen onze en de vijandelijke lijnen vond men beide in elkaars armen liggend voor eeuwig... dood.’”


Ik steek de Provincieweg over - want eronderdoor is door de begroeiing niet meer mogelijk - en vervolg de kromme lijn van het kanaal tot aan Boezinge-Sas. Ik steek de sluis over en beland vrijwel meteen terug in de wildernis. Ik kom een gezin tegen dat een stukje van de ‘Via Sacra’ aan het volgen is maar het spoor ervan bijster is. Ik help hen terug op weg want de ‘Via Sacra’ volgt hier voor een groot stuk de GR131. Hier ontsnap ik echter niet aan het geprik van de netels maar ik neem het er graag bij. Hier kan ik van genieten, nagenoeg ongerepte natuur langs het kanaal. Deze laatste volg ik helemaal tot in Boezinge waar mijn vrouw me al staat op te wachten.



73 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
Post: Blog2_Post
bottom of page