↔26,49km ─ ↑↓83m Percentage verhard: 70% verhard Startplaats: Station, Eeklo Aankomst: Aalterbaan, Kleit Vervoer: Drop-off en pick-up Hike: Solo
Ik heb het wandelen een maandje moeten staken omwille van hielspoor. Hielspoor is een ontsteking aan de platte pees onderaan de voet. Het is geen overdreven felle pijn maar comfortabel is het ook niet. Het addertje onder het gras bij hielspoor is dat je er heel moeilijk vanaf raakt. Via het werk doe ik gemiddeld tien kilometer per dag en dit is nefast voor het herstellen van de voeten. Zonder platte rust kom je er dus niet vanaf. Enkele dagen geleden besloot ik toch om het er op te wagen en verder te stappen aan Streek-GR Uilenspiegel.
Vandaag zet mijn lief vrouwtje me netjes af aan het station van Eeklo. Zoals altijd beloof ik haar dat ik voorzichtig en braaf zal zijn ‘grinnik’. Om eerlijk te zijn, vind ik Eeklo maar een nare stad: druk, vuil en nietszeggend. Meningen verschillen uiteraard, moesten jullie me ten velde tegenkomen bekogel me alstublieft niet ‘grinnik’. Ik stap richting het fietspad langs het spoor en herneem de route richting het Arboretum. Ik ben tuinaanlegger van beroep en gepassioneerd door bomen, het Arboretum links laten liggen zit er dus niet in. Ik stap door het park en bemerk dat het nog een vrij recent Arboretum is, er staan niet gek veel oude exemplaren. Ik geniet met volle teugen van de speciale bomen die er staan en kan enkele eekhoorntjes spotten.
Net voor het bosinfocentrum, dat ik wel links laat liggen, sla ik links in en stap voor enkele kilometers door Het Leen. Een prachtig bos waar toch al aardig wat bedrijvigheid is. Enkele lopers, honden die met baasjes gaan wandelen ‘ja op die manier, grinnik’ en enkele wandelaars. Ik verlaat het bos en begeef me naar Oostwinkelbrug die ik oversteek. Hier krijg ik twee monumenten voorgeschoteld die nog niet op de kaart stonden. Ik ben lid van OSM en bewerk de kaart dan ook onmiddellijk via de ‘OSMAND+’ app.
“26 mei 1940, de bijna 24 jarige luitenant Paul Legros, Commandant van de 1ste compagnie van het 1ste regiment Karabiniers, krijgt het bevel om met twee pelotons de oprukkende Duitsers tegen te houden om zo een omsingeling te verhinderen. De gevechtsgroep zet zich in beweging richting Wagenmakersstroom die al overschreden is door de Duitsers. Met de luitenant op kop wordt er een tegenaanval gedaan, de mitrailleurs dekken de vooruit stormende Karabiniers. Maar al vlug slaat het noodlot toe voor luitenant Legros, al vurend met zijn machinepistool wordt hij dodelijk getroffen door vijandelijke kogels en zakt stervend ineen. De strijd om Oostwinkel op vierentwintig, vijfentwintig en zesentwintig mei 1940 werd als ‘de hel van Oostwinkel’ omschreven door korporaal De Cuyper. Sergeant Jozef Luyssaert vertelt: ‘Op vierentwintig mei vlogen er Duitse vliegtuigen over onze stellingen en dropten duizenden pamfletten. De Duitsers wilden ons duidelijk maken dat verdere tegenstand zinloos was en dat we ons maar moesten overgeven. De pamfletten werden als ongeloof en als leugens onthaald.’ Korporaal De Cuyper vertelt: ‘Op zesentwintig mei kregen we het hard te verduren. Duitse Stuka’s doken neer op onze stellingen en we werden van alle kanten beschoten. Rond 1800 uur moesten we ons overgeven met de handen boven ons hoofd.’”
Ik stap verder langs het Schipdonkkanaal, tussen Oostwinkel en Zomergem verlaat ik het kanaal en arriveer ik aan het Keigatbos maar voor ik het weet wandel ik het bos weer uit. Enkele kilometers over nietszeggend betonlandschap gaan vlotjes voorbij. Ik kom aan het vliegveld van Ursel dat ik letterlijk links laat liggen. Je mag er dan ook niet komen. Ik stap door het Drongengoed, een groene long tussen Maldegem, Ursel en Eeklo. Hier zie je duidelijk dat het vroeger militair terrein was. Enorme tankgrachten flankeren mijn wandelpad. Ik neem ook even de tijd om een selfie te nemen met enkele nieuwsgierige dames, koeien wel te verstaan. Een mooi bos met toch enige geschiedenis en ecologische waarde.
“Midden 1939 begon het Belgische Regiment Luchtvaarttroepen in het Meetjesland met het aanleggen van drie vliegvelden voor de Belgische militaire luchtvaart. Deze hulpvliegvelden kwamen in Aalter, Maldegem en Ursel. Aalter kreeg het codenummer 26 toegewezen, Maldegem werd aangeduid met nummer 32 en Ursel droeg nummer 33. In Ursel had het 4de Bataljon op gras een piste aangelegd met een lengte van negenhonderd meter. De baan liep van het noordwesten naar het zuidoosten. Begin 1940 was het veld afgewerkt. Voor de vliegtuigen waren er parkeerplaatsen voorzien in de vorm van uitgespaarde openingen in de bossen. Alhoewel de meeste vliegbewegingen plaatsvonden in Aalter werd Ursel vanaf 18 mei 1940 gebruikt voor het uitvoeren van dagelijkse verkenningsvluchten met vliegtuigen van het type Renard R.31, SV.5-Tornado en Fairey Fox. Op 20 mei 1940 werd het vliegveld voor het eerst gebombardeerd door de Duitse Luftwaffe. Op 23 mei 1940 gaven de Belgen de basis op en maakten ze de landingsbaan onbruikbaar.”
Na het verlaten van het natuurgebied kom ik aan in het gehucht Kleit, met de gekende bivakzone die nu niet meer operatief zou zijn. Ik volg de Langedreef en de Kleitkalseide tot aan de Aalterbaan waar ik op mijn vrouw wacht tot ze mij komt ophalen.
Comentarios