top of page

Etappe20 GR5A Westouter-Proven

Vandaag mag ik weer op stap, mijn wekker loopt vroeg af omdat ik weer met mijn loodzware plooifiets op pad ga. De Westhoek blijft een hoek waar openbaar vervoer op een zondag bijna niet te vinden is. Als je een groot bedrag wil neertellen voor een taxi kan dit wel natuurlijk maar ik verkies mijn benen en kleine wielen. Ik parkeer mijn wagen aan de prachtige kerk van Proven en blijf treuzelend aan mijn wagen plakken omdat ik een hekel heb aan mijn plooifiets. Volgens Google Maps zou mijn fietsroute amper 13km lang zijn. Ik lees ook dat de route deels vlak is en ik kreeg per direct meer goesting om te vertrekken. Ik rij voornamelijk op het fietspad langs een drukke weg, het gaat behoorlijk vlot voor een plooifiets. Tot ik op enkele kilometers van Westouter kom en de eerste heuvel zich onder mijn miniwielen vleit. Mijn hartslag ging dadelijk de hoogte in en de moed zonk me direct in de schoenen. Na 3,5km afzien arriveer ik knalrood en bezweet in Westouter waar ik dat onding vastleg. Tot nu toe werd mijn plooifiets nog niet gestolen, jammer ‘grinnik’.


Ik kan starten aan het mooiste van de dag, het traject Westouter-Proven. Goed voor 19km wat behoorlijk meevalt na mijn avontuur met Ward die besliste 42km te wandelen. Uiteindelijk zijn het er 21,5km geworden omdat ik onderweg nog even een Geocache gezocht heb en het kasteeldomein Lovie een bezoekje bracht.


Ik laat Westouter meteen achter me en stijg de velden in. Ik passeer Het Neerhof waar drie kleine kinderen aan het straat racen waren met hun go-kart. Tof om te zien dat er toch nog kinderen zijn die buiten spelen in dit weer. Het was immers niet heel warm en er stond een krachtige kille wind. Ik sla meteen rechts af en krijg meteen onverharde boeren wegels te verwerken. Op de rug van de heuvel die uitkijkt over Westouter en zijn achterliggende ‘Bergen’, geniet ik van het uitzicht. De tekst op een zitbank doet me mijmeren en filosoferen:

‘Gaandeweg noem ik de bergen in de verte Bij hun voornamen’

Wel ik heb de bergen rond Westouter meermaals bij hun voornamen benoemd, vooral op de fiets ‘grinnik’.


“De Zwarteberg die je links ziet als je aan het mooie bankje staat, is een getuigenheuvel en gehucht in de gemeente Heuvelland. De heuvel ligt op de Frans-Belgische grens de top bevindt zich op 152 meter. Aan de Franse zijde heet de helling Mont Noir, naar het gelijknamige gehucht op de top. De naam is afkomstig van de familie ‘De Zwarte’ die de berg in de 13e en 14e eeuw in hun bezit hadden. De Kokereelberg (Frans: Mont Kokereel) die je rechts kan zien als je aan het bankje staat, is een in Frans-Vlaanderen gelegen heuvel in de omgeving van Berten en Boeschepe. De voet van de Kokereelberg ligt vlak bij de voet van de Boeschepeberg en de Katsberg. De naam van de berg is afgeleid van het Franse woord querelle dat staat voor ruzie of twist. De top van de Kokereelberg bevindt zich op 110m boven de zeespiegel.”


Even verder nabij de Brabantstraat flirt ik met de Franse grens en wandel ik voor 200meter Frankrijk binnen en weer buiten. Hier stap ik vooral over verharde wegen met hier en daar een stukje graskant. Hier geniet ik nog steeds van de bergen die kleiner en kleiner worden. Aan uitzichten is er hier geen gebrek en voor ik het weet sta ik in Abele aan de Frans-Vlaanderenstraat. Hier steek ik over en wandel richting ‘The Beershop’. Ik twijfelde even om een plaatselijk biertje te gaan kopen maar omdat ik meer een wijnliefhebber ben, pas ik. Ik zie echter veel Fransen de grens over steken om hier hun biervoorraad aan te sterken. Zou het hier goedkoper of gewoon beter bier zijn?


Ik ben ondertussen 9km verder op mijn tocht en ik kom nu pas het eerste stukje natuur tegen.. ‘eindelijk’. Ik betreed het Helleketelbos, een fraai bos dat de heuvelrug en zijn flanken bekleedt. Dit betekent een mooie klim tot aan het heksenhuisje, een schuilplaats waar men kan picknicken. Maar omdat het redelijk waait blijf ik niet te lang in het bos rondlopen om risico’s op vallende bomen of takken te voorkomen. Naarmate ik vorder kom ik uit aan de Helleketelweg. Hier ga ik even naar links om een multi geocache te gaan zoeken. Ik moet enkele vragen beantwoorden om zo de juiste coördinaten te bekomen. Ook kom ik aan op een idyllisch plekje gelegen aan een zeer oud vakwerkhuisje behorende tot een hoeve die er nu niet meer staat. Ik log de gevonden geocache met mijn gebruikersnaam en keer terug naar de GR5A. Iets verder aan een kapel houd ik halt voor mijn middagpauze. Geen bank te bespeuren, dan maar op de grond achter het kapelletje.

“Het Helleketelbos is een natuurgebied van 56 ha in de tot de West-Vlaamse gemeente Poperinge behorende plaats Abele. Het is een Natura 2000-gebied. Het betreft een gemengd loofbos dat wordt beheerd door het Agentschap voor Natuur en Bos. In het bos vindt men de Vallei van de Bommelaarsbeek, daar vindt men ook hakhoutstoven. Het Bohemerbos is een deel van de bosrand waar tot in de jaren '50 van de 20e eeuw woonwagenbewoners kampeerden, welke meehielpen bij de oogst van de hier veel verbouwde hop. Een andere cultuurhistorische merkwaardigheid is het vakwerkhuisje, een overblijfsel van de grote vakwerkboerderij Het Groot Gasthuisgoed. Tot de dierenwereld behoren zoogdieren als wezel, bunzing, hermelijn, vos, ree en baardvleermuis. Verder is het gebied rijk aan amfibieën zoals kamsalamander, vinpootsalamander, bruine kikker en groene kikker.”


Verder wordt het wat saai en wandel ik vooral over verharde wegen tot ik in Proven aankom op de Provenseweg, waar ik getrakteerd wordt op geschiedenis uit de Tweede Wereldoorlog. Een neergestorte Spitfire stopt net aan de gevel van nummer 47. Ik wandel verder, langs het bekende huis dat jammer genoeg gemoderniseerd is, door het veld. Het laatste stukje onverhard voor mijn etappe is aangebroken. Aan de Canonstraat ga ik nog eens even van de GR5A af en maak een bezoekje aan het kasteeldomein De Lovie. Ik ben blij dit ommetje gedaan te hebben want het is een prachtig kasteel.


“Kasteel De Lovie, zo genoemd sinds de Eerste Wereldoorlog, werd gebouwd als zomerverblijf in 1856 door Marie Josephine Beatrix Cornelie van Renynghe en haar zoon Julius Karolus Cornelius Van Merris. De laatstgenoemde heeft tevens een stempel gedrukt op de omgeving: hij nam het initiatief tot het verfraaien en het ontginnen van de beboste landschappen met een aangepaste architectuur (onder meer Canonstraat nummer 6, Proven en Bankelindeweg nummer 56, Krombeke). Na zijn overlijden in 1899, veranderde het domein verscheidene malen van eigenaar tot het in 1929 door de V.Z.W. Beheerraad werd omgebouwd tot een sanatorium. Sinds 1960 fungeert De Lovie als Medico-Pedagogisch Instituut 'Ons eigen dorp'.”


Verderop bewandel ik de laatste kilometers van mijn tocht en arriveer aan de kerk van Proven waar ik mijn wagen heb achtergelaten.



261 weergaven2 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
Post: Blog2_Post
bottom of page