↔ 26,22km ─ ↑↓ 390m
Percentage verhard: 75%
Startplaats: Parkeerplaats Village, Henri-Chapelle
Aankomst: Parkeerplaats kerk, Mortroux
Vervoer: Wagen
Hike: Tina M., Yannick H., Patrick V., Saar A., Petra D., Lieve D., Irida R., Fabian V. en Wandel Mee Met Mij
Al enkele maanden zit ik te broeden op een project rond de Eerste Wereldoorlog. Ik heb me vaak de vraag gesteld hoe ik een stukje geschiedenis in lange afstandswandelingen kan gieten zonder afbreuk te doen aan beide. Als eerste idee wilde ik in de Westhoek blijven om te beginnen met de onderwaterzetting in Nieuwpoort. Dat idee liet ik vrijwel meteen ‘varen’ en trok daarna de lijn naar de eerste dag van de Eerste Wereldoorlog. Dat brengt Battlefield Hikes naar de provincie Liège net tegen de grens met Duitsland in Herni-Chapelle, hier lag de grens met Duitsland tot in 1919. Vanuit deze stad zal ik de eerste etappe van de ‘Belgian War 14-18’ uitstippelen. Als ik de oorlog vanaf dag één volg, moet ik een wandeling uitstippelen van Herni-Chapelle naar Visé. Deze tocht naar Visé zal in twee etappes opgedeeld worden om dan vervolgens richting de forten rond Luik te stappen. Gedurende het stappen is het de bedoeling dat ik zelf wat uitleg geef over wat er ter plaatste gebeurde tijdens de eerste dagen van de oorlog. Om de afstand, het thema, het ‘gidsen’ en de tijd in evenwicht te houden, lijkt het mij opportuun om de etappes tussen de twintig en de vijfentwintig kilometer te houden.
Het is de avond voor de eerste etappe van de Battlefield Hikes en ik ben nog volop aan het voorbereiden. Aan de hand van enkele foto’s kan ik een visueel beeld geven en kan ik naar mijn mening mijn verhaaltjes iets beter brengen. Dus ik ben volop op zoek naar de perfecte beelden uit de oorlog die aansluiten bij de wandeling van morgen. Natuurlijk is dit niet evident en al zeker niet als de printer weer moeilijk doet ‘grrr’. Na wat tumult en een gevecht met de printer schiet mijn vrouwtje te hulp. Ze krijgt het voor mekaar en wil de foto’s ook nog eens voor mij plastificeren. Na een blik naar de klok verschiet ik toch wel een beetje, het is al 2300 uur en de wekker slaat me voor het hoofd om 0445 uur. Snel, snel alles afronden en klaarzetten en dan met de trein naar Liège, euhm, dromenland.
De wekker gaat af maar ik ben al wakker, een zenuwachtige nacht is daar de oorzaak van. Ik maak alles klaar om te vertrekken naar Aalter waar ik om 0520 uur verwacht word. Wanneer ik aan de carpoolparking arriveer, zie ik al bekende gezichten met kleine oogjes op me wachten. Fabian en Irida zijn al van de partij. Even later komt Lieve ons vergezellen en kunnen we vertrekken naar het verre Mortroux waar we om 0800 uur afgesproken hebben met de anderen. De rit gaat snel voorbij en we komen goed op tijd aan in Mortroux, een half uur te vroeg ‘grinnik’. Ondertussen krijg ik een bericht van Sarah dat ze zich overslapen heeft en dat ze zich rept naar de startlocatie. Van Petra krijg ik ook een bericht dat ze een tiental minuten later zullen zijn. Yannick en Tina zijn stipt op tijd en ik maak gebruik van het wachten om een babbeltje te slaan met mijn ex-collega die ik al tien jaar niet meer gezien heb. Even later komen ook Patrick en Petra aan op de parking. We kunnen vertrekken naar Henri-chapelle.
Wanneer we in Henri-Chapelle aankomen, zie ik de wagen van Sarah niet meteen staan en rijden we een blokje om. Daar staat ze dan, klaar om te starten aan de wandeling. We parkeren en maken ons ook klaar om aan de mars te beginnen. Ik open mijn OSMAND-app en de GPX, de route start aan de kerk van Henri-Chapelle. We stappen langs de kerk door en het gaat meteen naar beneden via Chemin des Ecoliers. Aan het schooltje gaat het naar links en zo komen we uit in een weide waar het gras aan onze kuiten staat. We blijven de weide volgen tot een meidoornhaag ons de doorgang verspert. Hier gaat het al de mist in, dat belooft. We keren een honderdtal meter terug waar we links in kunnen slaan en komen uit aan Rue de Verviers. Gelukkig is de omweg niet heel drastisch, iets verder slaan we rechts af. We klimmen door het groen naar Chaussée de Liège. Hier gaat het weer verkeerd, we wandelen rechtdoor maar we hadden linksaf moeten slaan. Zo’n route volgen op GPX, tegelijk rondkijken en babbelen is toch niet zo simpel ‘grinnik’. We volgen de toch iets of wat gevaarlijke weg gedurende een zevenhonderdtal meter en komen een eerste monument tegen: “het ‘1st Infantry Division Memorial’”. We stappen verder tot aan ‘La Croix de Pierre’ waar we rechts - letterlijk - het groen in duiken.
“Ik maakte onderweg de fout door te denken dat elk monument dat we gingen tegenkomen over de Eerste Wereldoorlog ging gaan, wel een grote fout van mijn kant! Het monument ter ere van de Eerste infanterie divisie staat er ter nagedachtenis aan de duizendtweehonderddrieëntwintig Amerikaanse soldaten die hier het leven lieten tussen 7 september en 15 december 1944. Uiteraard is het de Tweede Wereldoorlog die hier in deze regio vers in het geheugen ligt.”
Na een stevige daling komen we uit op de Val de la Berwinne in het midden van een honderdtachtig graden bocht. We zetten koers richting het gehucht Crawhez en ondertussen worden we beloond met sublieme verzichten over het glooiende landschap tussen Henri-Chapelle en Thimister. Hier en daar is het toch zompig en zakken we weg in de modder. Wanneer we Thimister binnenwandelen, vraagt Petra mij als dat kerkhof niet interessant is om te bezoeken. Natuurlijk, daar moeten we zijn! We bezoeken het kerkhof en wanneer we door de poorten stappen, krijg ik zowat een euforisch gevoel. Daar ligt hij dan, onze Belgische held Antoine Fonck. De eerste Belgische soldaat die het leven liet voor zijn vaderland. Hij ligt hier begraven in een prachtig praalgraf. Ik geef de uitleg aan de hand van een foto van Antoine. We nemen een groepsselfie aan het prachtige graf en stappen verder.
“Antoine Adolphe Fonck werd geboren op 10 januari 1893 in Verviers. Hij werd wees en werd opgevoed door zijn grootmoeder. Na het verslijten van zijn broek op de schoolbanken vond hij een job in de Grand-Bazar in Liège. In 1911 nam hij voor drie jaar dienst in het Belgische leger als cavalerist in het 2de regiment lansiers. Hij nam zijn ‘kabas’ en verliet het leger in mei 1914. Tijdens de algemene mobilisatie van 31 juli 1914 werd Antoine terug onder de wapens geroepen.”
We stappen door het centrum van Thimister, een doodnormaal dorp waar de tijd toch wel even is blijven stil staan. Via Rue Cavalier Fonck verlaten we het centrum en wandelen we richting de A3. Petra en Irida nemen het voortouw en stappen goed door, ik geef hun mee dat ze voor de brug van de autoweg rechtsaf moeten. Ondertussen geef ik wat bijhorende informatie over Antoine en vertel ik dat we dadelijk nog een belangrijk punt tegenkomen. Wanneer we de brug van de autoweg naderen, zie ik dat de twee vrouwen niet doorhebben dat ze de brug van de autoweg voorbij stappen. Fabian en ik besluiten nog even te wachten om te kijken of ze het zullen beseffen maar helaas. Wanneer ik hen terugfluit, staat iedereen al aan het kruispunt te wachten. We maken van dat wachten gebruik om een sanitaire stop in te lassen. Wanneer iedereen terug samen is, haal ik een foto boven. Dat wil zeggen dat er op deze plek iets gebeurd is tijdens de Eerste Wereldoorlog. Het is de foto van een schilderij waarop Antoine Fonck te zien is. Antoine is op het schilderij in vuurgevecht met enkele Duitse Ulanen. Ik doe mijn uitleg over wat er op deze plaats, ‘Croix Polinard’, plaatsvond. Ik steek de foto terug weg en we hernemen onze tocht.
“Op 2 augustus 1914 verzamelt de derde legerafdeling in en rond Liége. Het 2de regiment lansiers krijgt het bevel de kazerne te verlaten en om zich in haar mobilisatiekantons in Milmort te vestigen. Vanuit deze vestingen voeren ze enkele opdrachten uit waaronder grenspatrouilles en informatie verzamelen bij de burgers. Op 4 augustus 1914 wordt het 1ste eskadron, 139 paarden sterk, richting Henri-Chapelle gestuurd en nabij de splitsing van wegen Battice -Henri-Chapelle en Battice- Aubel worden ze opgesplitst in kleine patrouilles. Een patrouille van vier lansiers, waaronder Antoine Fonck en een officier, steken de Rue Margensault over en leren van de bewoners over vijandelijke bewegingen. Op de weg ‘Stockis’ naar Battice neemt de lansier Fonck de leiding en verwijdert hij zich van de groep. Aan de brug over de spoorlijn ontmoet de ruiter de directeur van de mijn van Battice en een mijnwerker die de brug is komen opblazen. Hij vervolgt zijn weg naar Henri-Chapelle. Aangekomen bij de boerderij van Bolsée wijst een boer hem op een ‘grijsachtige’ groep. Van die boerderij is vandaag niets meer te zien, ze zou tussen Battice en het kruispunt Croix Polinard gelegen hebben waar nu de E40 ligt. De ‘grijsachtige groep’ zijn Pruisische soldaten van het 5de regiment Ulanen, dit is een cavalerie-eenheid te vergelijken met de eenheid waarin Antoine gezadeld is. Wanneer Antoine een goed beeld heeft van de groep en ziet dat het vijandelijke troepen zijn, stijgt hij af van zijn paard. Hij maakt zijn paard vast aan de dichtstbijzijnde paal en schoudert zijn wapen. Hij lost enkele schoten, een Ulaan sneuvelt ter plaatse en er breekt chaos uit bij de Duitsers. Ze verspreiden zich en Antoine maakt gebruik van de chaos om op zijn paard te springen en terug naar zijn manschappen te rijden. De Duitsers hergroeperen en wapenen zich als één blok in de aanval, ze schieten het paard van Antoine neer. Antoine kan net ontkomen en vlucht verder via een greppel langs de weg, vandaag Rue de la Croix Polinard. De Duitsers blijven op Antoine schieten waarna Antoine geraakt wordt in zijn nek. Hij blijft vluchten terwijl hij helse pijnen ondergaat en doodbloedt, ter hoogte van Chaussée Charlemagne bezwijkt Antoine aan zijn schotwond en sneuvelt als eerste Belgische soldaat. Zijn stoffelijk overschot wordt een paar uur later door bewoners teruggebracht naar het gemeentehuis. Hij werd begraven op 6 augustus 1914 op de gemeentelijke begraafplaats.”
We stappen verder via Rue de la Croix Polinard en komen uit op de drukke Chaussée Charlemagne. We steken de drukke weg over en gaan meteen naar de prachtige Chapelle Notre-Dame-de-Lourdes kijken. Voor we de route blijven volgen, kijk ik nog eens ter controle op mijn GPX. Gelukkig zie ik het op tijd want we zijn iets te voorbarig geweest. In plaats van de drukke weg over te steken moesten we meteen rechts afslaan. We keren dus op onze stappen terug en volgen de Chaussée Charlemagne voor een honderdtal meter. We komen aan het prachtige en statige monument ter ere van Antoine Fonck. Ik sta toch even te kijken naar het beeldhouwwerk, werkelijk een prachtig beeld! Antoine op zijn paard, starend richting Henri-Chapelle waar hij een ‘grijsachtige groep’ ziet naderen. De granieten balustrade is wel vernield, vermoedelijk door een aanrijding. Hoe je dit op deze plek kan veroorzaken blijft voor mij een raadsel. Hopelijk plaatsen ze hier nu steviger materiaal zodat het monument nooit in gevaar zal komen. We stappen terug richting de kapel waar we onze tocht voortzetten.
“Het monument ter ere van Antoine Adolphe Fonck werd gemaakt door Marcel Rau en geplaatst op 23 augustus 1923. Vanaf 1903 volgde hij les aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Brussel, eerst in de architectuur maar vanaf 1905 in de beeldhouwkunst. Hij kreeg er les van onder meer Paul Du Bois en Charles Van der Stappen. In 1909 won Rau de Belgische Prix de Rome voor Beeldhouwkunst met het werk Orfeus. Met de reisbeurs die hij hiermee won, verbleef hij gedurende twee jaar in Italië waar hij het werk van Donatello bestudeerde. Vervolgens bezocht hij nog de steden Wenen, München, Berlijn en Dresden.”
Iets voorbij de kapel op Rue du Fort moeten we rechtsaf, door een wit poortje. Wanneer we door het poortje stappen, komen we terecht in een grote weide. Deze weide moeten we dwars oversteken om dan via een andere poort in een andere weide terecht te komen. We dalen de weide af en zien dat Irida in een gigantische koeienvlaai trapt, dat wordt poetsen vanavond ‘grinnik’. Wanneer we aan het laatste poortje komen, zien we dat er een ketting om hangt. Geen probleem, dan klimmen we er toch gewoon over? We komen uit op ‘RAVel 5 L38’, een oude treinbedding die nu dienst doet als fiets- en wandelpad. Na een halve kilometer komen we een kolos van een bunker tegen. Dat wil zeggen dat we het ‘Fort de Battice’ naderen. Ik kan het natuurlijk niet laten om de bunker van iets korterbij te bekijken, een prachtig bouwwerk! Yannick en Patrick komen ook wat dichterbij en vragen me welk wapen er uit de bunker steekt maar ik moet hen het antwoord schuldig blijven. Wanneer we terug bij de anderen komen, laat ik hun weten dat deze verdedigingsbunker niets met de Eerste Wereldoorlog te maken heeft. Het is een vooruitgeschoven bunker om het spoor te beschermen en natuurlijk ook het fort zelf. We stappen door en nog geen vijfhonderd meter verder komen we uit aan het ‘Fort de Battice’. Tegenover de ingang van het fort staat er nog een verdedigingsbunker, wederom een joekel van formaat. We besluiten om hier in de schaduw onze middagpauze te houden.
“De bouw van het fort begon in april 1934 en de structurele werkzaamheden werden voltooid in 1937. Niettemin waren er in mei 1940 nog steeds verbeteringen en aanpassingen aan de gang. Fort de Battice bevindt zich het dichtst bij de grens en is daarom erg belangrijk voor de verdediging van het land. Vandaar zijn dikkere pantser en een grotere munitievoorraad. Bewapening: Twee gepantserde artilleriekoepels met elk twee 120 mm kanonnen met een schietbereik van zeventien kilometer met een 360° vuurbereik. Drie intrekbare gepantserde artilleriekoepels met elk twee 75 mm kanonnen met een schietbereik van 10 km met een 360° vuurbereik. Twee artillerieblokken met elk twee 60 mm antitankkanonnen. Verschillende uitwendige verdedigingsbunkers ter verdediging van het fort met zoeklichten en 08/15 mm Maxim 7/65 machinegeweren in kazematten of in gepantserde bunkers.”
We steken de Rue d’Aubel over en vervolgen onze route via het fietspad. Ook hier ligt er een koepel boven de grond, wat een bouwwerken zijn dit toch! Iets verder komen we de gekende Japanse Duizendknoop tegen en de vrouwen besluiten om gezamenlijk een plaspauze te houden tussen de planten. Aan Val de Bouxhmont verlaten we het fietspad en stappen we door een wijk. Iets verder gaat het naar links en wandelen we richting Charneux. De regio waar we nu wandelen zegt niet zoveel maar de uitzichten die we voorgeschoteld krijgen, zijn toch adembenemend. Op de Champiomont gaat het goed naar omhoog, een kleine kuitenbijter. De groep is intussen in twee gesplitst en ik wandel in de tweede groep. Ik weet dat we dadelijk naar links moeten zodat we zeker geen bezienswaardigheden missen. Dus ik zet het op een lopen om de voorhoede staande te houden aan de ingang van de site ‘Croix Charneux’. Wanneer iedereen samen is, kunnen we de site bezoeken. We stappen de heuvel op en daar ligt een ondergrondse bunker met een observatiekoepel die net boven de grond komt piepen. De koepel, uit staal, is beschadigd door een voltreffer van een vliegtuigbom. Ik vertel aan Yannick dat zulke bommen een enorme kracht moesten hebben omdat het staal zeker vijftien centimeter dik is. We bezoeken de bunker en staan hier toch van te kijken. Iets hoger staat er een enorm wit kruis, als we het landschap afspeuren kunnen we de Amerikaanse militaire begraafplaats van Henri-Chapelle zien liggen, ook met dank aan de verrekijker van Patrick.
“Croix de Charneux is een kruis boven op een heuvel bij Charneux in de gemeente Herve in de provincie Liège. De heuvel heeft een hoogte van tweehonderdnegenenzestig meter boven de zeespiegel. De top ligt ongeveer een kilometer ten noorden van het dorp, bij het gehucht ‘Bois del Fiesse’. Het vijftien meter hoge kruis op de top van de heuvel is gemaakt van beton en werd opgericht in 1913. Dit op initiatief van de abt van de Abdij van Val-Dieu en de pastoor van Charneux. Op de helling van de heuvel ligt observatiepost MN29 die deel uitmaakte van de observatiegordel van het Fort Battice. Bij deze observatiepost is een monument geplaatst ter ere van de gevallen soldaten. Dit monument herinnert aan de heldhaftigheid van de soldaten in de observatiepost tijdens de Duitse bezetting van 1940. De observatiepost werd bemand door vijf soldaten. Er werden drie soldaten gedood en de twee andere die tijdens de gevechten gewond raakten, werden gevangengenomen.”
We verlaten de site en volgen het pad richting ‘Abbaye du Val Dieu’ waar we gaan genieten van een frisse pint of cola. We stappen verder door de weides van Val Dieu en die pint zakt me serieus door de benen. De laatste loodjes wegen het zwaarste zeggen ze toch? Maar we krijgen de natuurpracht als beloning en dan zien we graag even af ‘grinnik’. We krijgen nog enkele heuvels te verwerken voor we Mortroux bereiken. Het einde is in zicht wanneer we de kerktoren van ‘Église Sainte Lucie’ zien opdoemen. Nog een kleine afdaling en een bezoek aan het kerkhof van Mortroux waar enkele Belgische oud-strijders van beide oorlogen begraven liggen en dan kunnen we onze wandeling beëindigen. Omdat er maar één wagen beschikbaar is, stel ik voor om enkel de chauffeurs in Henri-Chapelle af te zetten zodat zij kunnen terugbrengen om de anderen op te pikken. Na een kleine veertig minuten sta ik samen met Patrick terug in Mortroux en kunnen we terug huiswaarts keren. Heren en dames, het was me een waar genoegen jullie te mogen begeleiden door onze prachtige geschiedenis van de Eerste Wereldoorlog. Hopelijk tot een volgende Battlefield Hikes.
Comments