↔ 29,75km ─ ↑↓ 80m
Percentage verhard: 55%
Startplaats: Kerk Doomkerke
Aankomst: Parkeerplaats Gottem
Vervoer: Wagen
Hike: Bart L., Shirley L., Petra D., Patrick V., Lisa R. en Wandel Mee Met Mij
Ik heb de smaak van de GR129 te pakken en laat meteen de tweede etappe volgen op de eerste. We spreken af in Gottem, een dorpje waar ik nog nooit van gehoord had. Omdat ik afkomstig ben uit Limburg ken ik enkel Gotem bij Borgloon maar de twee dorpen hebben niets met elkaar gemeen buiten het feit dat ze hun naam delen en op de kaart niet veel voorstellen. De naam van het dorp intrigeert me wel en ik ben dan ook wat gaan graven naar de geschiedenis van het dorp. Het kleine dorp herbergt de kleinste brouwerij van België waar we uiteraard na de wandeling welkom zijn. Deze keer geen nieuwe gezichten maar wel een ‘oude’ bekende die ik al even niet meer gezien heb, welkom terug Lisa ‘grinnik’. Wanneer we voltallig zijn, rijden we richting Doomkerke en hopen dat de werken al wat vooruit gegaan zijn. Even later komen we toe in Doomkerke en dit aan de juiste kant van de werken, oef! Toch bevindt het dorp zich nog steeds in een enorme bouwput.
“De Oude Heirbaan is de verbindingsweg tussen de dorpjes Gottem en Grammene en heeft een Romeinse oorsprong. Vondsten bewijzen dat de plaats zeker al door de Romeinen was bewoond. Gottem werd voor het eerst vermeld in het Liber Traditionem van de Sint-Pietersabdij te Gent in 814-840 als Gothemia. De combinatie Got- en -hemia komt van een persoonsnaam, initialen bijvoorbeeld, en van ‘heem’ wat een oud Nederlands woord voor woonplaats is. Het bekendste verhaal uit de geschiedenis uit Gottem komt van een zekere Tanneke Sconyncx, Anne Koninckx of De Coninck daar komen ze maar niet uit. Ze werd geboren in het jaar 1560 te Gottem en ter dood veroordeeld op 2 juni 1603 te Tielt. Ze werd beschuldigd van hekserij en bij wijze van straf werd ze gefolterd tot de dood volgde. Omdat ze geen vergiffenis had gevraagd voor haar zonden werd Tanneke in ongewijde grond begraven in haar geboorteplaats Gottem, dicht bij een vijver die nog altijd heksenput wordt genoemd.
Het dorpje Gotem nabij Borgloon draagt dezelfde naam en werd voor het eerst schriftelijk vermeld in 1235. De naam is van Frankisch-Germaanse afkomst als zijnde Gotheim en betekent Hoeve van Gotto. Men kan ervan uitgaan dat beide dorpen in taal en afkomst hetzelfde zijn, de woonplaats van een persoon.Het bekendste verhaal uit Gotem komt van de Ridders van Gotem. De Ridders speelden een belangrijke rol aan het Loonse hof, nu Borgloon. Een van deze ridders wordt in 1207 Willem van Gotem genoemd, hij was getuige bij het sluiten van de vrede tussen Graaf Lodewijk II van Loon en Hertog Hendrik I van Brabant. Op 13 oktober 1213 streed hij met de Loonse troepen in de Slag van Steps of de Slag bij Montenaken.”
We vertrekken op onze koude tocht, ze verwachten vandaag twee centimeter sneeuw ‘grinnik’. Via de Brandstraat gaat het door een kerkenwegel en iets verder komen we uit aan een bivakzone. Deze maakt dat de twee etappes ideaal zijn voor een tweedaagse voettocht. Ik ga even van het wandelpad af en beklim een heuveltje. Van hieruit krijg ik een prachtig zicht richting Ruiselede, de kleuren van de opkomende zon en het rijm op de velden maken een mens toch gelukkig bij deze temperaturen. Het gaat verder door via het ‘Disveld’ dat er gelukkig hard bijligt want moest het vannacht niet gevroren hebben, zaten we nu te ploeteren in de modder. Iets verder steken we de Bruggesteenweg over en kronkelen we verder door ‘De Vorte Bossen’. Via de Kruisbergstraat flankeren we het ‘Parochieveldbos of ’t Ruisleeds Veld’. We doorkruisen kort Kruiskerke en niet veel later bevinden we ons opnieuw in het bos. We zijn er zeker niet kwaad om want eenmaal buiten het bos is de wind voelbaar en zakt de gevoelstemperatuur met enkele graden. We doorklieven het ‘Hooggoed’ van Aalter en zo maken we een heuse bocht rond Kruiskerke.
“Kruiskerke ligt op de rand van het vroegere Bulskampveld. In 1242 trok Walter van Marvis, bisschop van het bisdom Tournai, op rondreis en bakende hij de grenzen af van de toenmalige parochies. Daarvoor bracht hij kruisen aan. Bisschop Walter van Marvis kwam ook op het grondgebied van Kruiskerke langs en vernoemde in zijn verslag Ghyselodamme. De nog bestaande heerlijkheidshoeve Ghyseloo werd vermeld op de grenskaart van Loys de Bersacques uit 1627. De Ghyselodamstrate is nu de huidige Kruiskerkestraat, de hoofdstraat van het dorp.”
Wanneer we richting Ruiselede aan het stappen zijn, neemt de wind toe en wordt het gemeen koud. Ook zijn de eerste sneeuwvlokjes van de partij. Wanneer we over een wegel wandelen tussen de straten Schoonberg en Vossenholstraat komen we een bunker tegen. Patrick maakte ooit de opmerking: ‘Met Wandel Mee Met Mij over Vlaamse velden, komen je steeds bunkers tegen’. Zo, die opmerking is vandaag weer gegrond. De bunker dateert uit het parabellum en behoort tot de Hollandstellung die werd aangelegd tussen beide Wereldoorlogen. Tegen de bunker staan Britse varkenstaarten uit de Eerste Wereldoorlog. De landbouwer moet een verzamelaar zijn aangezien de Eerste Wereldoorlog hier niet veel raakvlak had, buiten gekazerneerde Duitsers, ‘grinnik’. Ondertussen begint het goed door te sneeuwen, weliswaar minuscule sneeuwvlokjes, maar door de wind is het zicht hooguit enkele honderden meters. We steken de Poekebeek over en stappen zo het centrum van Ruiselede binnen. Wanneer we op de Markt aankomen, is het bijna middag. We besluiten om een bruin cafeetje, ‘De Plaetse’ genaamd, binnen te gaan om onze lunch op te eten met enkele tassen koffie. Het cafeetje zit bomvol, iets wat je nog zelden ziet in deze tijd. Het is een komen en gaan van stamgasten. We roddelen over de ouderen die op tijd naar huis gaan voor ‘De soepe van moedere’. Na de lunch en koffie zetten we de tocht verder.
“Op 2 augustus 1914 kreeg België per briefpost een ultimatum van het keizerrijk Duitsland met de eis dat België het Duitse leger een vrije doorgang moest verschaffen. België, met name koning Albert I, weigerde dit en sloeg met gebalde vuist op tafel. Duitsland ervaarde deze weigering als een oorlogsverklaring. Een dag later werden in Ruiselede de militieklassen van 1901-1913 opgeroepen. Ongeveer tweehonderdtwintig mannen uit Ruiselede namen deel aan de oorlog en vertrokken op 4 augustus 1914 naar het front nadat Duitsland België was binnengevallen. Op 11 november 1918 werden feestelijkheden met vuurwerk en fakkels georganiseerd. Een vuurpijl belandde in de kerk met een brand tot gevolg. De volgende dag ontdekte men dynamiet in de kerktoren dat er aangebracht was door de Duitsers bij de terugtrekking. Het dynamiet werd echter nooit tot ontploffing gebracht omdat het onschadelijk gemaakt was.”
Ik neem nog even een foto van het prachtige gemeentehuis van Ruiselede en voeg me dan terug bij de groep. Via het parkje achter de kerk komen we aan het oorlogsmonument dat de stad hoog in het vaandel draagt. Via de Guido Gezellelaan, Tramweg, Kapellestraat en de Bundingstraat verlaten we Ruiselede. We steken de drukke N37 Ring over en blijven we de Bundingstraat even volgen. Via velden gaat het richting het bekende Kanegem. We zijn blij wanneer we het centrum bereiken want de wind snijdt door ons aangezicht. Aan de kerk van Kanegem staat een standbeeld van Briek Schotte, de topper van Kanegem. Natuurlijk is Kanegem niet zo groot en enkele honderden meters verder wandelen we het dorp alweer uit. De bossen hebben we duidelijk achter ons gelaten want we stappen alweer door agrarisch landschap richting Aarsele.
“Een beknopt stukje folklore uit Kanegem, dit is uiteraard ook geschiedenis die vaak in de vergetelheid raakt. ‘Ik kom van Kanegem en ik weet van niets’, is een gezegde uit de folklore van Kanegem. Er zijn meerde gezegden met deze betekenis en de oudste komt van Socrates, ‘Ik weet slechts één ding, dat ik niets weet.” De volkswijsheid komt van Jan Vleminck, een konijnenhandelaar uit Tielt die in 1402 in Kanegem een hevige storm moest trotseren. Hij was zo vermoeid dat hij zelfs spoken in het bos zag. Uiteindelijk viel hij in slaap. Diezelfde nacht werd er in Kanegem een pastoor vermoord. ‘s Morgens werd Vleminck met een bebloed mes in zijn zak gevonden. Hij werd daarop beschuldigd van moord op de pastoor. Vleminck antwoordde op de beschuldigingen dat hij van niets wist omdat hij van Kanegem kwam. Hij bedoelde daarmee dat Kanegem de laatste gemeente was die hij gepasseerd was. Uiteindelijk werd Jan Vleminck ter dood veroordeeld maar hij bleef zijn onschuld uitroepen. Net voor zijn executie zei hij nogmaals dat hij van Kanegem was.”
Wanneer we Aarsele binnen stappen is de dooi reeds begonnen, typisch België zeker ‘grinnik’. Toch blijft het ijzig koud. Buiten de hallenkerk is er in Aarsele niet veel te zien of te beleven en voor we het weten staan we terug buiten het centrum. We steken de N35, Deinsesteenweg, over en volgen deze tot we de Wontergemstraat mogen inslaan. Wanneer we de N35 achter ons laten, zien we een huis met een voorliefde voor de GR129. Bij sommigen gaat deze voorliefde wel erg ver want op het dak staat er ‘GR129’ geschreven. We dalen af richting de treinsporen die we iets verder oversteken. Hier komen we een GR-boom tegen die de GR128 en de GR129 laat kruisen. We volgen de beide GR’s tot in Wontergem, opnieuw een dorp met een Flandrien in het straatbeeld. Het gaat verder langs het spoor en door de Vondelbeekvallei. We komen aan een spoorwegbrugje dat de Vondelbeek overspant en ik maak een foto wanneer er een trein over raast. Zo, nu heb ik twee dezelfde foto’s want in de zomer maakte ik exact dezelfde foto van de brug met de trein. Je moet chance hebben in het leven zeker ‘grinnik’. Wanneer we de Vondelbeekvallei verlaten, laten we ook de GR128 achter ons en blijven we onze GR129 volgen richting Gottem.
“Ik had me voorgenomen om me niet in het vaarwater van Arnout Hauben te begeven maar ik ga dit toch doen mits we beiden van oorlogsgeschiedenis houden. Op de spoorweglijn tussen Gent en De Panne bevindt zich een spoorwegbrug in Wontergem die de Vondelbeek overspant. Tijdens de Achttiendaagse Veldtocht van 10 tot 28 mei 1940 kwamen de eerste Duitse troepen aan in de Leiestreek en werd er door Belgische genietroepen onder meer de stalen spoorwegbrug over de Leie te Grammene en de kleine spoorwegbrug te Wontergem opgeblazen. Kort na de Belgische capitulatie van 28 mei 1940 begonnen Duitse pionierssoldaten, genietroepen, van de 'Bau-Bataillon’ met het herstellen van de spoorlijn en het opnieuw opbouwen van de spoorwegbrug. De spoorwegbrug is een sobere boogbrug vervaardigd uit beton. De brug was voltooid op 22 juli 1940 en werd gerealiseerd door de tweede Kompanie van Bau-Bataillon 83, onder leiding van Hauptmann Plum. Deze gegevens kunnen worden afgelezen op de constructie zelf, 'FRITZ RODE BOGEN – BRÜCKE FRANZ/ B.B.83.2.KOMP/ 22.7.1940 HPTM Plum’. Aan weerszijden van de tekst is een schop en houweel afgebeeld, wat verwijst naar de erkenning als Bau-Bataillon.”
We stappen parallel met de Vondelbeek die even verder de Oude Mandel kruist. We steken de Oude Heirbaan over alsook de Oude Mandel en stappen zo het centrum van Gottem binnen. Wanneer we op het Camiel De Waegenaereplein naar de wagens stappen, zit onze etappe er nog niet volledig op. We brengen nog een bezoek aan de huisbrouwerij ‘Sint Canarus’. We worden van harte welkom geheten in het etablissement door de brouwer zelf. Het is even terugvliegen naar de tijd van de kleine stamcafeetjes met rijen antieke tafels en houten stoelen. Alles ademt er bier, genot en oudheid uit. Het is er dus gezellig en warm, heel warm ‘grinnik’. We genieten van enkele warme dranken maar ik waag me toch aan het huismerk, de Sint Canarus Tripel. Patrick kiest ook voor dit biertje en ze wordt als heerlijk bevonden maar de wangen worden toch bloedrood ‘grinnik’. Wanneer we naar buiten kijken, begint het opnieuw te sneeuwen. Zal die twee centimeter nu toch vallen? Ja hoor, wanneer we afreken en naar de wagens gaan, ligt er een wondermooi wit tapijt. We nemen afscheid en rijden voorzichtig huiswaarts. Tot een volgende afspraak te velde het GR-netwerk!
Voor meer info over de kleinste brouwerij van België, Huisbrouwerij Sint Canarus
Kommentare