↔ 30,51km ─ ↑↓ 71m
Percentage verhard: 55%
Startplaats: Parkeerplaats Poelberg, Tielt
Aankomst: Parkeerplaats Baarleveer, Baarle
Vervoer: Wagen
Hike: Patrick V., Petra D., Christa D. en Wandel Mee Met Mij
Het is weer tijd om onze tocht langs de GR128 verder te zetten. Ik trommel enkele bekende gezichten op die staan te popelen om mee op stap te gaan of dat hoop ik toch ‘grinnik’. We spreken op het gewoonlijke uur af op de parking van Baarleveer. Zoals de straatnaam doet vermoeden, is de parking gelegen aan een veerpond. Een kleine verrassende afsluiter om met het veer naar de overkant te varen om zo de tocht te beëindigen. Wanneer we met zijn allen toekomen en alle rugzakken in mijn wagen gepropt zijn, doet Patrick een lugubere ontdekking. Op het infopaneel van het veer hangt een A4’tje met de tekst ‘Het veer is defect, geen overvaarten mogelijk’. Ja, dat wordt zwemmen! We besluiten om de GR128 enkele kilometers stroomopwaarts te verlaten en dan via de linkeroever tot aan de parking te stappen. Ja, zo gaan we het doen. We kunnen vertrekken naar de Poelberg in Tielt.
We parkeren op de parkeerplaats langs de Sneppewegel nabij de Mariagrot. Vanaf hier beklimmen we de Poelberg en bezoeken we de Mariagrot. We stappen verder langs de Woestijnbosstraat waar we de Poelbergmolen passeren. Het is heerlijk dramatische lucht om foto’s te schieten en voorlopig is het nog droog. Via de Dentergemstraat gaat het verder richting het Meikensbos, een prachtig domein. Het hoge gras is nog nat van de voorgaande regenbuien en algauw worden mijn sokken en voeten vochtig. Na anderhalve kilometer genieten van al dat vochtig groen komen we uit op een vers gemaaid stukje gras. Onze schoenen worden op natuurlijke wijze gereinigd. Via de Ankelaarstraat, Katteknok, Goedlevenstraat, Pontbrouckstraat en de Appelstraat komen we aan de Speibeek die we volgen tot aan de Hogenhovestraat. Vanaf hier splitst de waterloop zich en volgen we via vondelpaden de Sterrebeek. Ik ben hopeloos opzoek naar orchideeën maar helaas worden er geen gespot in dit vochtige natuurgebied. Wat we wel spotten zijn rupsen van de Spinselmot, ze zitten in zijdespinsels die volledige boswilgen bedekken. De boswilgen die aangetast zijn, zijn zowat kaal gegeten. Aan een spoorbrug over de Sterrebeek staan we even te kijken en nemen we enkele foto’s. Op het moment dat we willen verder stappen horen we een trein aankomen. We besluiten even te wachten en wanneer de trein nadert houden we onze smartphones in de aanslag, ‘klik’ hij staat erop.
“Al in 1668 was sprake van ‘Eenen coorenwindmolen op de Poelbergh’. Het oudste jaartal, 1631, is op het klauwijzer te vinden. Deze datum kan van een andere molen afkomstig zijn en er kan dus niet aangenomen worden dat de molen dateert uit 1631. De molen overleefde beide Wereldoorlogen en tot 1964 werd nog geheel op windkracht gemalen. De molen was tot 1980 in het bezit van de familie Mulle de Terschueren. Deze familie verkocht de gedeeltelijk vervallen molen aan de gemeente Tielt. In 1992-1993 werd de molen gerestaureerd en was deze terug maalvaardig. Hij wordt nog steeds door vrijwillige molenaars bedreven. Het is een open standerdmolen op teerlingen, kubusvormige blokken. Hij heeft een bijzondere houtinscriptie en deze luidt als volgt: ‘Bescherm godt voor alle lien dan wort ghy gerren geseyen, en als ghy hyer verliest het leven godt sal u den hemel gheven en Maria met verlanghen sal u in har ryck ontfanghen.’, getekend 9 juli 1726.”
We stappen verder door het groen op weg naar Wontergem. Aan de Houtbulkstraat, net aan de spooroverweg, komen we een GR-boom tegen. Op de GR-boom staan de routes die hier passeren, de GR129 komt ons vergezellen. We blijven enige tijd het spoor volgen tot we het spoor bijster zijn. We staan in het centrum van Wontergem maar komen geen markeringen meer tegen. Ik open de GPX om te kijken of we al dan niet op de goede weg zijn. Ja hoor, we zitten nog goed. Enkele honderden meters terug hebben we een afslag gemist waardoor we een straat verder zitten. We verlaten Wontergem met de toch bijzondere herenhuizen die bewaard gebleven zijn. Net voor de spooroverweg slaan we rechts af en volgen we het spoor. Via het Knuppelpad volgen we het spoor in het groen en niet veel later verlaat de GR129 onze tocht. We blijven het spoor volgen tot we aankomen in Grammene. Het gaat verder langs de ‘Sint-Baptistkerk’ en de koffiebeekstraat. We passeren hier een opmerkelijk gebouw, een soort fabriek die helemaal gerestaureerd is tot een loftwoning. Net voorbij het gebouw komen we aan de ‘Leiemeander’. Via een houten schans komen we aan de oever van de Oude Leie, tijd om even te genieten en enkele foto’s te nemen. We keren daarna terug op onze stappen en gaan weer verder via de Koffiebeekstraat.
“De Koffiebeekstraat is een zijstraatje tussen de Oude Heirbaan en de oude Leiebocht, zogenaamd naar de beek die hier in de Leie uitmondt. De straat wordt gedomineerd door de Sint-Jan-Baptistkerk. Volgens een kaart uit 1674 bevond zich ten zuiden achter de kerk bij de Leie een motte met herenverblijf waarvan alle sporen verdwenen zijn. Rechts van de straat bij de Leie bevindt zich een voormalige vlasroterij ‘Van Damme’, deze werd stopgezet in de jaren 1970. Het gebouw is vastgelegd als industrieel en bouwkundig erfgoed.”
Iets verder tussen de ‘Leiemeander’ en de ‘Oude Mandel’ gaat het verder langs de rechteroever van de Oude Leie. In mijn ooghoek spot ik iets wat ik hier niet zou verwachten, het gaat om een paaltje waarop de onderkant van een obus gemonteerd is. Ik heb geen flauw idee wat dit moet voorstellen, het moet wel van de Tweede Wereldoorlog zijn. Iets verder komen we een soort van monument tegen ter nagedachtenis van Agnes Desimpel en een kunstwerk met de woorden ‘Nooit meer Oorlog’. Na wat opzoekwerk door Patrick vielen alle puzzelstukjes samen, moge Agnes de eeuwige rust vinden die ze verdient.
“Op 24 september 1979 stootte Agnes tijdens het rooien van aardappelen op een obus uit de Tweede Wereldoorlog. Toen ze het oorlogstuig in de Leie trachtte te gooien, belandde de obus helaas op de oever waardoor de granaat tot ontploffing kwam. Agnes werd nog verzorgd in het UZ te Gent, maar bezweek twee dagen later aan haar verwondingen. Ze liet haar man Paul De Smet en hun drie kinderen achter. Agnes mocht slechts zevenendertig jaar worden. Nogmaals een herinnering aan slachtoffers die sneuvelen aan de gevolgen van de beide Wereldoorlogen. Ik wil er dan ook nog even bij vermelden voor diegene die graag in de Westhoek of andere fronten wandelen: “Mocht je op een granaat stuiten, laat deze liggen want één verkeerde handeling kan een granaat tot ontploffing brengen.”
We wandelen nog steeds langs de Oude Leie en in de verte zien we de Lorenzobrug al opdoemen. We duiken onder de brug en aan de overkant zien we twee mensen een klein eenmansbootje te water laten. Een gek zicht want het is precies een halve boot, een soort drijvende stoel waar je inzit. Ze dragen beiden zwemvliezen dus misschien verwachten ze er een natte broek aan over te houden. We stappen verder, beklimmen de berm tot aan het fietspad en via het fietspad steken we de prachtige brug over. Via de overkant blijven we de Oude Leie verder volgen over onverharde paden, langs vondelpaden en soms door hoog riet, wat een avontuur! We komen enkele zwanen en reigers tegen die enkelen onder ons bijna in zwijm laten vallen ‘grinnik’ ‘ooooh’. We komen een verloren gezwommen visser tegen die de oever probeert te overmeesteren en even laten zien we aan de overkant een verlaten eenmansbootje ronddobberen. Zou het…? ‘grinnik’. We komen uit aan de Vaart Linkeroever waar de Oude Leie en de Leie het Schipdonkkanaal voeden.
“De markante spoorwegbrug werd in 1855 aangelegd op de spoorlijn Deinze-Tielt-Adinkerke. Deze brug is één van de weinige overblijvende Vierendeelbruggen. Ze werd eerst genoemd naar haar ontwerper, ingenieur A. Vierendeel. Ze bestaat uit een vakwerk van ijzeren balken zonder diagonale dwarsverbindingen. Deze dwarsbalken zijn met meer dan tachtigduizend klinknagels aan elkaar bevestigd. Elk brugdeel weegt vierhonderdentien ton of achthonderdtwintig ton in totaal. Reeds verschillende malen werd actie gevoerd voor het behoud van de ijzeren burg en de oude Leiearm, zoals door de Machelse kunstenaar Roger Raveel en Grammenaar Laurent Vanhaesebrouck. Ook het behoud van de Leiearm zelf, na de rechttrekken van de ‘nieuwe’ Leie, maakte deel uit van een conflict. Terwijl Waterwegen en Zeekanaal NV de afgesneden arm wou dichten, vormden de groep kunstenaars en plaatselijke prominenten een tegenbeweging. Gelukkig trokken deze laatsten aan het langste eind waardoor dit heerlijk stukje natuur bewaard is gebleven. In 2001 werd de brug gerenoveerd. In de volksmond droeg de ijzeren brug al jaren de naam van haar redder Laurent ‘Lorenzo’ Vanhaesebroeck.”
We ruilen het mooie groen in voor het centrum van Deinze. We steken het Schipdonkkanaal over en via het ‘Kaandelpark’ komen we in hartje Deinze. Het centrum staat vol met kraampjes en het eerste dat we tegenkomen is toch een apart kraampje. Patrick, de grapjas, wil ons laten geloven dat dit het kraampje is van de broer van Eddy Wally ‘grinnik’. Nu, het zou best gekund hebben want de man leek er nog op ook. Halverwege de Markt houden we halt aan een bakkerskraam en bestellen we enkele mattentaartjes, rijsttaartjes en appeltaartjes. We steken ze in onze rugzak voor onze middaglunch. Via de Leiedam komen we uit aan de ‘nieuwe’ Leie, aan de overkant staan nog prachtige pakhuizen uit de industriële periode die Deinze rijk is. Helaas worden enkele oude gebouwen gesloopt en van de andere worden momenteel appartementen gemaakt. We besluiten de plaatselijke horeca te steunen en bestellen een koffie bij ‘Brasserie BrunO’. We laten het ons smaken en gaan dan weer verder langs de Leiedam.
“In de twaalfde eeuw kende Deinze haar bloei door de lakennijverheid. Omstreeks 1300 werd Deinze door Walram van Luxemburg verkocht aan Robrecht van Dampierre en zo kwam Deinze terug in het bezit van de graven van Vlaanderen. Het duurde niet lang want Deinze werd bezit van Robrecht van Kessel, die Deinze aan de graven van Bar overliet. De vroeg-gotische parochiekerk van Onze-Lieve-Vrouw werd gebouwd in de dertiende eeuw. Op het einde van de achttiende eeuw werd ze ingericht met waardevol meubilair en divers liturgisch vaatwerk. In 1431 bezat Filips de Goede de heerlijkheid en in de volgende twee eeuwen werd het eigendom van het geslacht della Faille, Filips IV van Spanje, Diego Messia en het geslacht van Merode. Een tak van het geslacht van Merode bleef eigenaar van het Markizaat Deinze, de Vrijheid van Petegem, Astene en Drongen.”
We stappen een drietal kilometer stroomafwaarts langs de Leie tot aan ‘Sas van Astene’. Hier houden we halt om de ophaalbrug te bewonderen. We hebben geluk want de brug wordt handmatig opgetrokken om een plezierbootje door het sas te laten varen. Aan de grote lindeboom hangt een infobord waarop te lezen staat dat het ‘Sas van Astene’ een beschermd dorpszicht is. Er wordt ook vermeld dat het ‘Sas van Astene’ het meeste romantische plekje is in Deinze, wel dat is niet echt moeilijk denk ik dan ‘grinnik’. We stappen verder en verlaten daarmee de Leie.
“Het sas dateert uit 1861, toen men een doorsteek van honderd meter groef om ongeveer vijf kilometer in bochten uit te sparen. Op het klein stukje ‘gekanaliseerde’ Leie werd toen een stuw en een sluis gebouwd. De sluis wordt nog manueel bediend tijdens het pleziervaartseizoen. De sasmeester woonde vroeger in één van de twee sasmeester huizen, de huizen dateren uit 1860. Zo was het toezicht op de sluis en de werking ervan permanent gegarandeerd. Achilles Vanderlinden, de grootvader van auteur Hugo Claus, was er sasmeester.”
Via de Graaf Henridreef stappen we langs het ‘Kasteel van Ooidonk’. We hebben het kasteel of de botanische tuinen niet bezocht omwille van tijdsgebrek. We stappen verder door het centrum van Sint-Maartens-Leerne. Aan de ‘Sint-Martinuskerk’ laten we de GR128 haar eigen weg gaan en volgen we de Leernsesteenweg. Niet de ideale weg om te bewandelen maar enkel zo geraken we terug aan onze wagen.
“Het kasteel is ontstaan in de twaalfde eeuw als een versterkte boerderij, gesitueerd op een zandheuvel, donk, nabij een meander in de Leie. In de veertiende eeuw is de boerderij reeds uitgegroeid tot een versterkte waterburcht. Het kasteel diende aanvankelijk als voorpost en verdedigingsbolwerk van de stad Gent aan de Leie. Het werd na de Slag bij Nevele in 1381 de zetel van de heerlijkheid Nevele. Zo kwam de burcht in het bezit van een tak van de Franse familie Montmorency. Het slot werd in 1491 verwoest door de Gentenaars, tijdens de Vlaamse Opstand tegen Maximiliaan. In de zestiende eeuw werd het kasteel bewoond door Filips van Montmorency, de graaf van Horne die in 1568 op last van de Spaanse heerser onthoofd werd samen met Lamoraal van Egmont. In 1579, in de periode dat Gentse opstandelingen Filips II van Spanje als graaf van Vlaanderen hadden afgezet, werd het nogmaals verwoest. In 1592 werd de ruïne opgekocht door Maarten della Faille die het liet herbouwen tot een woonkasteel in Vlaamse renaissancestijl. Door huwelijk kwam het kasteel in het bezit van de familie Du Bois.”
Na drie kilometer huppelen langs de steenweg komen we uit aan de parking van het veerpond. We zijn blij dat we veilig en wel van die drukke weg afgeraakt zijn, amai. Het was me weer een genoegen om met de bekende wandelmaatjes het wandelpad te delen.
Comentários